OD triathlon Huizen

Ik heb vermoeide benen en zeg steeds tegen mezelf dat dat niet erg is na zo’n week en dat morgen gewoon een goede training is.

Makkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb afgelopen week weer veel uren kunnen trainen. Met als toppunt 4,5 uur hardlopen in 5 dagen. Het begint weer ergens op te lijken 🙂 Maar daar word je moe van. En ik was echt nog niet hersteld voor de start van de OD triathlon in Huizen. Dat gaf me zoveel zenuwen dat ik dacht dat ik het niet meer kon. Typisch geval van faalangst. Zo jammer. In de wisselzone met verschillende mensen gesproken en ook een aantal verteld hoe mijn hoofd stond die ochtend. Ik kan het allemaal goed relativeren, maar toch… Gevoel versus ratio is niet mijn sterkste punt. En waar hebben we het over? Een evenement met iets wat ik het leukste vind om te doen! Er hangt niks van af. Eerste word ik niet en laatste ook niet. Dus….

Gelukkig mochten we zonder wetsuit zwemmen vanwege de hoge watertemperatuur. Voor de meeste triathleten een domper, voor mij geen straf. Tuurlijk ga ik iets harder met wetsuit aan, maar ik ervaar veel meer vrijheid zonder wetsuit aan.

Ik denk dat ik een goede start heb, maar bij de 2e boei zwem ik toch weer alleen. Dat is niet handig. Ik zie wel een groepje voor mij zwemmen. Door goed op mijn arm- en beenslag te letten ben ik eigenlijk zo bij de groep. Top! Maar het gaat mij te langzaam. Dus daar weer voorbij. Ergens bij het keerpunt kom ik een paar benen tegen en daar blijf ik een tijdje achter zwemmen. Ik probeer er een keer voorbij te gaan, maar dan zwem ik niet veel harder, dus ben er maar achter blijven liggen tot het einde van het zwemmen. Misschien had ik toch net wat harder moeten zwemmen, dan was ik gelijk met Martijn uit het water gekomen, haha. Die lag maar 1 minuut voor mij!

Ik hoor dat ik 2e dame lig en sprint naar mijn fiets. Als ik zo toch eens 10 km kan hardlopen… Misschien maar eens met badmuts op en op blote voeten proberen? Ik wissel snel. ‘ Aan de kant!’ roep ik omdat ik schrik doordat iemand mij de pas afsnijdt. ‘Rustig aan mevrouw, er is ruimte genoeg. We hoeven niet te haasten!’ Tja, zo denk ik meestal ook, maar ik voelde mij goed. Dus ik wilde wel zo snel mogelijk mijn fiets op. Dit keer gaan mijn schoenen ook soepel aan op de fiets en ik begin lekker te trappen.

Het nieuwe fietsparcours is pittig. Bijna de hele weg lijkt vals plat omhoog te gaan, met de Huizerberg als toppunt. Niet handig voor iemand die niet kan klimmen en weinig power heeft.
De Tafelberg mogen we afrijden en die durf ik ook wel vol te nemen, omdat ik die goed ken (en omdat ik VAN DEn Berg heet ;)). De rest van het parcours rij ik redelijk voorzichtig. Ik kan pushen en zit met een grote glimlach op de fiets. ‘Ik kan het nog!’ Pushen als het zwaar wordt, pushen wanneer de benen moe zijn, genieten en het leuk hebben onderweg. Er staat een oudere dame bovenaan de Huizerberg. De eerste ronde reageer ik met een glimlach, daar gaat ze al harder van aanmoedigen. De tweede ronde zeg ik iets terug, daar gaat ze van juichen. De vierde en laatste ronde doet ze nog net geen dansje voor me. Dit is gezellig zo!

Weer bij de wissel zijn de benen toch wel echt moe. Ze voelen ook belabberd aan wanneer ik van de fiets af stap en naar mijn hardloopschoenen ren. Ik wissel rustig, sokken aan. Trek mijn veters met de snelsluiter vast, maar trek de knoop los. Dus strikken. Na het strikken zit het niet lekker, dus weer los, snelsluier er af en weer strikken. Nu zit het wel goed en ik begin met een rustige pas. Het voelt alsof ik aan het joggen ben. Even baal ik hier van, omdat het in de trainingen wel wat beter voelt. Bij de uitgang van het parc fermé word ik luidkeels aangemoedigd door mijn teamgenootjes van de TTW Ladies. Leuk ze even te zien!

Na een kilometer of 3 verdwijnt het grootste gevoel van belabberde benen, maar echt tempo maken kan ik niet meer. Je wordt goed waar in je traint en dat zijn toch wel de lange duurtempo’s. Ik kan de 10 kilometer volledig hardlopen net binnen het uur.

Met een grote glimlach kom ik over de finish. Ik kan het nog!

Ik verwissel mijn triathlonpakje voor fietskleding. Ingehaald door bejaarden op elektrische fietsen, fiets ik rustig naar Weesp. Daar wacht Vera met open armpjes op mij. ‘Mama!’. Waarom maak ik het sporten soms belangrijker dan dat het is…? Wat maakt haar het uit of ik eerste of laatste ben? Zij is gewoon blij om mama te zien, mama die blij is omdat ze geniet van wat ze doet!

 

Foto’s: Bram Heikamp, Meijnhout Fotografie,  Henny de Munnik

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *