Challenge Almere Amsterdam 2018

Na de halve triathlon vorig jaar, 8 maanden na de geboorte van Vera, had ik bedacht om dit jaar weer de hele triathlon te gaan doen. Het plan was reëel, de opbouw en de uitvoering van de trainingen ook. Wel merkte ik dat het trainen mij veel energie kost. En ik merkte geen vooruitgang. Bijvoorbeeld: voorheen voelde ik altijd dat het lopen met dezelfde hartslag steeds makkelijker werd en ook steeds iets meer snelheid kreeg. Nu bleef het training op training werken. Ergens in mei begon de twijfel. Is het wel verstandig om de hele triathlon te doen? Doe ik mezelf er een plezier mee als het zo moeizaam gaat. Ga ik 3 maanden mijn schouders eronder zetten en stug doorbuffelen of iets minder uren trainen, daardoor meer rust en hopelijk weer plezier terug in de trainingen en dan een snelle halve proberen? Ik zou na Didam beslissen, maar heb de knoop daarvoor al doorgehakt. Dat kun je lezen in deze blog.  Tijdens onze vakantie in de Franse Alpen hebben we veel gefietst. Nee, ik kan niet klimmen, maar gestaag doortrappen en je komt wel boven. Aan het eind van de vakantie ging het een stuk beter dan de eerste dag! De eerste week weer in Nederland gingen de trainingen ook nog lekker.  Daarna werd het minder. Moe. Zo moe was ik. In plaats van 3 uur fietsen werd het twee uur fietsen en 2 uur slapen.

Ik heb alle middagslaapjes van Vera meegeslapen…dat doe ik normaal nooit!

Nu sloeg ook voor de halve triathlon de twijfel toe…heb ik er zin in? Ik heb het met een aantal mensen besproken en uiteindelijk was de conclusie “wat heb ik te verliezen?”. Niks! Mijn motto is ook vaak: ‘Als je het niet probeert, dan weet je zeker dat het niet lukt.’

En zo geschiedde. Op zaterdag 8 september 2018 stond ik dan toch aan de start van de halve triathlon. Zenuwachtig omdat ik niet wist hoe het zou gaan. Wie weet zou ik mezelf verbazen, wie weet moest ik heel diep graven. Met een rolling start (elke 10 seconden starten 5 atleten) het water in, in de eerste groep die onder de 30 minuten wilden zwemmen. In voeten zwemmen lukte niet. Het was 1 lang lint met slingerende atleten, haha. Na 33 minuten was ik weer op de kant. De zwemafstand was wat langer bleek achteraf.

Paarse badmuts vooraan ben ik

Een enooooorm lange weg naar de fiets, wat zeer deed aan de blote voetjes. Ik besloot ietsje door te lopen voordat ik veilig op de fiets stapte.

Eenmaal op de fiets, speelt er na zo’n 5 kilometer een vreselijke valpartij voor mijn neus af. Door een onduidelijke wisseling van fietspad naar de weg, raakt 1 atleet uit balans doordat hij in aanraking kwam met anderen. Hij valt vol met zijn gezicht op een paal. Ik stop. Ik kan niks voor hem doen. Zijn fiets raap ik op. Ik weet echt even niet wat ik moet doen. Zijn gezicht ziet er heel akelig uit. Na een paar minuten komt er iemand van de manege aangerend. Of ze iets kan doen. ‘Bel 112’ zeg ik. Gelukkig zie ik een oranje hesje van de dijk af fietsen onze kant op en Dennis (vandaag jury, maar in het dagelijkse leven veroleegkundige) rent erachter aan. De mevrouw zegt dat ik verder moet gaan, want ik doe immers mee met de wedstrijd. Ik stamel nog wat tegen de gewonde atleet ‘she will stay with you, ok? Get well soon!’ en stap dan toch maar op. Later hoor ik van de organisatie dat hij in het ziekenhuis is behandeld en in de avond op weg naar huis kon. Fijn om te weten! Ik hoop dat hij volgend jaar zijn race komt afmaken!

Ik ben nog even van slag, maar kan dan toch de knop omzetten. Het fietsen wil niet echt. Het waait hard, ik heb het wat koud. Geen kracht in de benen. Ik moet 3 keer afstappen om te plassen. Een paar keer probeer ik te pushen, maar als snel laat ik het varen en fiets lekker comfortabel de ronde uit. Nog nooit fietste ik zo langzaam in een race. Maar ik ben in elk geval weer terug op de Esplanade. Met vermoeide zware benen.

Weer het lange parc ferme door, stop op de wc en daarna richting het tasje met de hardloopschoenen. Ik neem mijn tijd. Ik vlieg de wisselzone uit.
Eenmaal op het loopparcours voelen de benen zwaar, maar door alle aanmoedigingen verschijnt er een glimlach die niet meer weg gaat. De eerste ronde loop ik aardig door.

De tweede ronde wordt het wat minder, maar ik weet na de billentik van de latere winnares Yvonne van Vlerken dat ik de finish ga halen. Ik besluit van post tot post te lopen. Bij de post wandel ik heel even om iets te drinken en dat doe ik ook in de derde ronde. Ik stop nog een keer om een steentje uit mijn schoen te halen en om te plassen. Dat steentje bleek een blaar te zijn…nog nooit gehad op zo’n afstand.

Snel gaat het niet, maar zolang ik tussen de posten loop in plaats van wandel kom ik er wel. Ik hoef, en wil, niet diep graven. Ik wil het leuk hebben.

Als ik weer bij het ziekenhuis ben begin in al mijn feestje te vieren. Ik bal af en toe mijn vuisten van blijdschap. Toch weer gedaan! Ik zwaai en deel een paar high fives uit. Met de armen in de lucht finish ik heel blij en trots op mezelf!

Ik probeerde het…en het lukte!

Ik wil iedereen dichtbij en wat verder weg ontzettend bedanken voor alle lieve woorden vooraf, voor het aanhoren van mijn vertwijfelingen en voor alle aanmoedigingen! Zonder jullie was het niet gelukt! ♡

Foto credits: Jan Scholten, Christie Brouwer, Evert Woutersen, Margreet Bennis, Ingrid Hardorff, Frank Veltman, Theda Boot en organisatie Challenge Almere Amsterdam.

7 reacties

  1. Jeetje Maryvonne, wat een verhaal zeg.
    Die onderbreking jij het ongeval zal debet zijn aan de mindere benen. Je zal op je hurken gezeten hebben en daar inderdaad koud bij geworden. Super top en buitengewoon sportief hulp aan collega-atleet boven eigen doel te stellen, de juiste instelling waar je trots op mag zijn.
    Bedankt weer voor het delen van je verhaal.
    Vr.Gr. Jan

  2. Je bent een bijzonder mens , mooi dat je je mede sporter geholpen hebt. Je de knop hebt kunnen omzetten en de race sf hebt gemaakt. Je mag zeker trots op je zelf zijn. Gefeliciteerd

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *