Challenge Almere-Amsterdam 2015

Lieve Martijn, wat ben ik blij met jou. Met je onvoorwaardelijke steun, jij geloofde er in dat het mij nog 1 keer zou lukken! En hoe!

12 september 2015 gaat weer de boeken in als een bijzondere dag. Ik was erg nerveus. Nerveus of ik me niet leeg en slap zou gaan voelen tijdens het fietsen. Als ik het fietsen door zou komen, dan zou de marathon ook wel lukken, had ik bedacht.

12011319_953944194664613_1512810906150488462_n

Opeens was het 7 uur op de zaterdagochtend en begon de stress toe te slaan. Ik had mijn wetsuit nog niet aan, omdat ik immers nog een half uur tot de start had. Maar ik was even vergeten dat ik weer naar de tasjeskelder moest om daar mijn tasje, met kleding voor na wedstrijd, af te geven. In allerijl daarheen. Dat ik eigenlijk nog tijd genoeg had drong niet echt tot mij door. Ik had mijn wetsuit nagenoeg aan, toen ik bemerkte dat mijn broekspijpen helemaal opgekruld waren. Dat knelde af. Dus pak weer voor de helft uit en weer aan. Hartslag hoog! Na succeswensen van Jan, mijn moeder (coaches van de dag, Martijn zou ergens lekker gaan zitten kijken) en Martijn, wurmde ik me tussen alle deelnemers door naar voren. Ik hoorde iemand zeggen: ‘zo zo, dat dametje wil zeker vooraan starten, tsss’. ‘Klopt!’ riep ik terug.

Ik had vernomen dat het water erg fris zou zijn en bleef samen met Cor treuzelen op de trap om het water in te gaan. We hadden nog 8 minuten te gaan voor de start. Om nu 8 minuten te gaan liggen bibberen…

11041438_953945021331197_7257405211900911009_n

De jury was onverbiddelijk en we werden het water ingestuurd. Oef, best koud, maar te doen! Met een klein beetje heen en weer zwemmen zorgde ik dat de adrenaline wat te doen had en dat ik niet, zoals normaal gesproken, klappertandend op de start lag te wachten. Het liedje van de Challenge werd ingezet en daarop ben ik vooraan gaan liggen. Het kanonschot ging af en weg was ik. Sprinten voor een goede plek op een paar voeten. De eerste ronde heb ik nog wel ‘op’ een paar voeten gelegen. Maar die verdwenen al gauw naar achteren. Bij het ingaan van de tweede ronde haalde ik al de eerste dames in van de PRO serie. Die had ik niet zo snel verwacht. ‘Duw, duw, duw’, dacht ik continue. Niet mooi zwemmen, maar duwen blijven. Voor me was een heel groot gat naar de volgende groep. Dat kon ik nooit dichtzwemmen. Dus maar gewoon blijven zwemmen. Op een gegeven moment keek ik wat om mij heen om te zien of er geen voeten langzij kwamen om even in te hangen. Maar nee. Alle rode (mannen) badmutsen lagen in mijn voeten! Een hele lange sliert lag er achter. Dit deed me eventjes denken aan Marleen Vos. Zij lag tijdens een hele triathlon een keer aan kop van iedereen! Zij dacht toen: ‘Zwem maar achter mama eend aan’…ik nu ook eventjes 😉

11986467_10153054478645969_6806635372814899278_n

Na het zwemmen zag ik dat het mij weer gelukt was om onder het uur te zwemmen. Super! Ik was tevens de snelste vrouw bij de Agegroupers en de derde dame overall! Koud heb ik het niet gehad tijdens het zwemmen.

Vlug naar de tasjeskelder. Het ritueel van fietstasje leegkieperen, wetsuit er in, speelde zich in rustig tempo af omdat ik dreigde om te vallen. Ik heb nooit last van duizelingen na het zwemmen, maar nu blijkbaar wel een keer. Bodywarmer aan, mouwtjes over de polsen en hup naar de fiets. Daar mijn helm snel op.

Ik moest een behoorlijk eind rennen naar de uitgang van het parc-fermé, dus had ik er nu wel voor gekozen om mijn fietsschoenen alvast op de pedalen te klikken. Ik kwam er goed in en kon op weg voor het fietsonderdeel. De benen draaien goed. Ik voel me goed.

11014924_10153053132535969_157973249124143184_n

Op de Oostvaardersdijk merk ik dat mijn achterwiel gek doet. Dat denk ik wel vaker, dus ik schonk er geen aandacht aan. Terwijl ik over een hobbeltje rij, schiet het door mijn hoofd: ‘LEK!’. Nog nooit in de ruim 15 jaar dat ik triathlonwedstrijden doe heb ik een lekke band gehad. Eens moet de eerste keer zijn, dus gauw verwisselen.

Daan (of was het toch Tim?) ziet mij staan en stopt. ‘Ik mag je niet helpen he?’, vraagt hij. ‘Nee, maar dat hoeft ook niet, het lukt me wel. Ik krijg het alleen koud.’ Er staat een lekker windje zo op de dijk. En er komen grote groepen voorbij. Het maakt me allemaal niks uit. Kalm verwissel ik de band, nadat ik eerst controleerde of er niks in de velg of buitenband zit, en geef het lege patroon en oude binnenband aan Tim (of was het toch Daan?) mee zodat hij het weg kan gooien.
Ik kan weer verder! Om weer een beetje warm te worden fiets ik eigenlijk iets te hard. Ik haal weer veel mensen in. Op de Praambult roep ik naar Ilona: ‘LEK!’.

De benen draaien nog steeds goed. Op de Doodaarsweg voel ik weer dat gekke gehobbel bij mijn achterwiel…het zal toch niet waar zijn? Ja hoor…weer een zachte achterband. Ik heb nog 1 bandje en nog 1 CO2 patroon. Goed. Weer mijn achterwiel er uit…en die gaat er al zo rottig in  en uit. Binnenband eruit, controleren of er iets in de velg of band zit (ik voelde niks), binnenband er in, binnenband zit gedraaid (?), binnenband er weer uit, binnenband er in, met blauwe handen mijn buitenband weer op de velg, CO2 pomp er op, opblazen, CO2 pomp er af….en ik trek zo het binnenste van het ventiel mee. Even diep zuchten. Dit was het dan en ik berust me er in voor 2 seconden. Ik vloek, smijt met mijn CO2pomp. In een split second denk ik aan Chrissie Wellington.

Ik werd wanhopig om een nieuwe band en patroon te krijgen. Dus ik ben gaan vragen aan alle atleten die voorbij kwamen om een bandje. In eerste instantie stopte niemand. Fuck! Weer smijt ik met mijn CO2 pomp. Ik WIL niet stoppen! Nog een keer proberen. ‘Heb je een bandje? Heb je een bandje? Heb je een bandje?’ JA! Iemand stopt! Het blijkt Mark de Boer te zijn. Die is super op weg voor zijn halve triathlon en staat zonder twijfel zijn enige bandje en CO2 patroon af (hij finished net niet onder de 5 uur…). YES! SUPERBEDANKT!!

Ik kan met een gevulde band weer verder. Inmiddels rij ik bijna achter aan. Om weer enigszins warm te worden, fiets ik weer veel te hard weg. Ik rij sinds mei met een vermogensmeter en ik zou op bepaalde cijfertjes letten om zo nog een fatsoenlijke marathon te kunnen lopen. Sorry cijfertjes, jullie waren veel te hoog, maar ik kon mezelf niet afremmen. Ik haalde weer heel wat mensen in. Last van de wind had ik niet. Mede doordat ik het niet heel hard vond waaien, mede door de adrenaline dat ik door kon gaan.

Lieve lezers, jullie kunnen het geloven of niet, maar nog geen 20 kilometer verder is mijn band wéér plat. Goed, dacht ik toen. Hier kan ik echt niks meer aan doen. Laat maar. Er komt een wielrenner voorbij en voor ik het weet vraag ik of hij een bandje heeft met lang ventiel en een patroon. Dat had hij, maar wilde hij eigenlijk niet afgeven. Hij moest nog 50km en had maar 1 bandje bij zich. ‘Ik moet er nog 110’ zei ik, ‘en ik wil heel graag de finish halen’. Het bandje werd, mogelijk onder lichte druk 😉 afgestaan. Inmiddels ben ik heel handig in banden verwisselen, dus na een vlugge inspectie of er iets in de buitenband of velg zat, kon ik snel aan het opblazen beginnen. Dacht ik. Snotverdrie! Het ventiel is veel te kort! Met een beetje spaarzame CO2 probeer ik het, maar er komt niks in. Ik haal de buitenband weer van de velg en geef de beste man zijn binnenband weer terug. Ik bel Martijn op dat mijn coaches bij de coachpost weg kunnen gaan en dat ik op de bezemwagen wacht. Klaar over en uit. Gelukkig (!!) kwam de bezemwagen maar niet. Inmiddels weer koud, controleer ik nog 1 keer of er echt niks in mijn buitenband zit en haal er een minuscuul steentje uit. Waarschijnlijk stak deze door de band heen als er druk op kwam te staan. Goed. Mijn kansen zijn nog niet verkeken. Ik ga in een bocht staan en begin weer aan alle atleten te vragen of ze een bandje hebben. Voor mijn gevoel gingen er uren voorbij. Daar was mijn tweede redder in nood: Tjarda! Weer een bekende. Zij stopt en geeft ook zonder twijfelen haar bandje en patroon aan mij. Wel nadat ik gevraagd had of ze zelf nog wel wat had. Dat had ze.

Ik ren naar mijn fiets, knal de binnenband er in, blaas wat lucht er in. Er ontstaat een gekke bobbel. Lucht er uit, buitenband er weer af. Binnenband recht trekken, lucht er in, wiel weer in het frame. Martijn bellen dat ze terug moeten naar de coachpost, want IK KOM ER AAN!

Veel te hard fiets ik door. Lekker belangrijk, ik doe weer mee! Ik kan weer lekker gaan inhalen, dat geeft wel een boost. Bij de coachpost aangekomen krijg ik drie verse bidons, doe ik een plas. Ook krijg ik nog een nieuwe binnenband en patroon. Want ja…je weet het maar nooit.

Ik fiets weer over de Oostvaardersdijk. Niemand voor me en niemand achter me. Het lijkt wel alsof ik gewoon aan het trainen ben. Het tempo is inmiddels aardig gezakt. Al dat stoppen en weer opstarten hakt er aardig in. Eventjes voel ik me naar worden. Ik herken dat gevoel maar al te goed. Ik eet tegen mijn zin nog een reepje. Die helpt niet. Een gel met caffeïne er dan maar in. Misselijk en licht in mijn hoofd. Ik ga wat rechtop fietsen en het gevoel zakt. Ik voel me weer goed, ik geniet en heb het naar mijn zin. Ik heb mijn hoofd niet laten hangen! De onderstaande grijns gaat niet meer van mijn gezicht af.

12003158_10153053131755969_7588434356984992519_n

Zo heel af en toe haal ik eens iemand in. Na 7 uur fietstijd kom ik in de wisselzone aan. Die lekke banden hebben mij ruim een uur gekost. Wat ben ik blij dat ik in de wisselzone ben aangekomen!

Ik neem de tijd om mijn bodywarmer en mouwtjes uit te trekken, mijn voeten in te smeren met een anti-blaren creme, trek sokken aan, compressietubes en doe een dubbele knoop in mijn veters.

Ik kan op weg voor de marathon. De benen voelen niet raar. Ik meld nog even aan Ruud de Haan dat ik 4 keer een lekke band had.

11144991_10153054478955969_688030576164345191_n

Ik loop heerlijk ontspannen, met een behoorlijk tempo, èn heel blij voor de eerste keer door het stadion. Wat een megaboost krijg ik van alle aanmoedigingen. Ik kan er alleen maar om lachen. Ik geniet zo erg!

Martijn loopt een stukje met mij op en ik doe kort mijn verhaal. Hij vind het top dat ik doorgegaan ben. En roept me nog na dat ik mezelf goed moet verzorgen onderweg. Het plan om elk kwartier iets te nemen ging niet helemaal op. Door alle aanmoedigingen onderweg hoorde ik de piepjes niet op mijn horloge, en de posten kwamen niet op de juiste tijdstippen. Plan B was om bij de eerste en derde post een gel met 2 bekertjes water te nemen en bij de tweede en vierde twee bekertjes cola. Al rennend probeer ik een bekertje water naar binnen te gieten, maar ik verslik me. Goed, dat wordt dus bij elke post heel kort wandelen.

11988251_10153053132230969_8156330655772224186_n

Ik verbaas mezelf door heel constant te blijven lopen op een perfect tempo. Ik had mezelf 4u30 gegeven voor de marathon, zonder wandelen bij de posten. Tot en met ronde 4 gaat het allemaal voorspoedig. Elke ronde kan ik een duimpje geven aan Ruud en word ik ‘binnen’ gehaald in het stadion alsof ik een superheld ben. Ik word een beetje verlegen van al die aandacht.

Mijn moeder staat elke ronde te wapperen met een jasje en bodywarmer, omdat ze bang is dat ik het koud krijg. Jan fietst in stilte elke ronde op afstand mee. Jolanda vangt me elders op en zegt met Groningse nuchterheid dat het super gaat. Heerlijk!

TVA staat super te springen en te juichen; zelfs Wim D. doet een dansje voor me onderweg! Martijn loopt elke ronde een klein stukje mee. Hoezo lekker ergens gaan zitten om zijn krachten te sparen voor de teamrelay de volgende dag ;-).
Ik weet niet meer wat we allemaal gezegd hebben tegen elkaar, maar het was wel gezellig als ik zo de foto’s terug zie!

DSC_0566

Het is haast niet voor te stellen met de herinneringen van mijn vorige hele triathlons in mijn achterhoofd. Maar ik heb het ZO leuk gehad onderweg! En ZO opgelucht dat mijn lijf niet gehaperd heeft.

Ronde 5 is het zwaarste. Mijn onderrug en buik doen pijn. Ik wandel wat extra, maar blijf reageren op alle aanmoedigingen en dat helpt. De pijn verdwijnt zo even naar de achtergrond. Een stop bij een dixie doet de buikpijn verminderen en doordat het tempo zakt gaat ook de rugpijn omlaag.

11990529_10153053132130969_8939032166794103577_n

Ik ben blij dat verder alleen mijn bovenbenen,  hamstrings en kuiten aangeven dat het al een lange dag is geweest. Ik voel me verder nog steeds goed.
Omdat er geen PR meer inzat na het fietsonderdeel was de drive niet zo hoog om te gaan pushen tijdens het lopen.

In ronde zes kon ik redelijk blijven lopen. Richting de finish krijg ik een roos van Marlon in mijn handen gedrukt. Erg attent! Hij loopt een heel stuk mee en voorzichtig zeg ik hem dat hij niet mee de finish over mag. Die wil ik toch echt alleen doen!

10357174_10153053132355969_7400506060828795917_n1

Ik word groots binnen gehaald. Uitzinnig van blijdschap. Ik heb het geflikt! De FINISH! Ik kan het, mijn lijf kan het. Superblij! Ik val in Martijn zijn armen. Een kus van mijn moeder, Jan en coach Gonny.

11988363_953985804660452_1619399298661811659_n

Dan ga ik de Schouwburg in en komen alle emoties even los. Ik zeg tussen het snikken door dat ik huil omdat ik zo blij ben!

11987109_10153053132680969_491074973203985409_n

Bedankt allemaal dat jullie mij zo ontzettend hebben staan toejuichen zaterdag.

Gonny, jou wil ik nu nog even speciaal noemen. Eind vorig jaar hadden we een leuk gesprek met elkaar. Het leek je wel een uitdaging om mij te gaan begeleiden in het trainen. Met ups en downs was ik belastbaar. De grootste uitdaging waren, denk ik, de weken tussen Roth en Almere in. Mijn zelfvertrouwen had een enorme deuk gehad. Maar jij vond dat ik Almere ‘moest’ gaan doen, dat het zou gaan lukken.
Dat ik vier en drie weken voor Almere nog weken voorgeschoteld kreeg met bijna 20 uur trainen deden mijn wenkbrauwen doen optrekken. Kan ik dat? Training voor training heb ik het af kunnen vinken. Niet als een moetje, geen slaaf van mijn schema. Vooral met veel plezier, een heel fijn leidraad met leuke afwisselingen er in.

Ontzettend bedankt dat je de uitdaging aangegaan bent!

Ik heb in 2012 mijn eerste hele triathlon in Almere volbracht. Ik wilde 1 keer bewijzen dat ik dat zou kunnen. Inmiddels is het 2015, heb ik voor een zevende keer keihard getraind voor weer een hele triathlon en ben ik vijf keer gefinished. Een mooie hand vol.
Vier jaar lang week in week uit aan het trainen geweest. Het lichaam geeft aan dat het een tijdje rust wil. Doordat ik steeds trainde voor een hele triathlon, bleven er weinig andere wedstrijden over om mee te doen. Ik vind het een goed plan om voorlopig korte wedstrijden te gaan doen.

Ik zeg niet dat ik nooit meer een hele ga doen, maar voor nu is de cirkel rond.

Foto’s: Christie Brouwer, Ingrid Hardorff, Almererunners.nl, Evert Woutersen, André Prins.
Finishvideo: Melanie Goertz

10 reacties

  1. Een hele triathlon volbrengen is al een knappe prestatie. Echter met zoveel tegenslag op de fiets toch door blijven gaan, getuigt van een doorzettingsvermogen waar je verschrikkelijk trots op mag zijn. Diepe buiging!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *